De schrijver Harry Mulisch Vandaag 80 geworden, heeft in zijn boek
"de compositie van de wereld"
het octaaf gebruikt als grond model voor de menselijke ontwikkeling door de octaaf als het ware te verdubbelen:
do-do; do-re; do-mi; do-fa; do-sol; do-la; do-si; do-do,
ontstaan er spanningsverhoudingen die afwisselend harmonisch en disharmonisch klinken.
De laatste do-do verhouding is misschien wel de meest intrigerende omdat het hetzelfde is en toch anders.
De verdieping van het oorspronkelijke beginsel met de ontwikkeling van een nieuwe reeks.
Door het werk van Frans Coppelmans wordt deze benadering ook aannemelijk en zelfs wiskundig pausibel. Als het boek "de compositie van de wereld" leest vraag je je al gauw af waar heeft deze man het in Godsnaam over? Hij kan mooie boeken schrijven maar wat is dit?
Wiskundig ziet het er dan zo uit:
1-1, 1-2, 1-3, 1-4, 1-5, 1-6, 1-7, 1-8
Ook in de Wolf en de zeven geitjes, wordt het oerbeeld uitgebeeld. De wolf en de zeven is samen 8 en de wolf staat voor de laatste structuur 8 ruimte vertegenwoordigend. Ook in andere sprookjes verdwijnen de slachtoffers altijd in hun geheel in de buik van de wolf. Ze worden niet eerst in stukken gehakt. Dit is een belangrijk gegeven. Verder opmerkelijk is dat in de wolf met de zeven geitjes er sprake is dat het kleinste geitje ( in het oerbeeld de 1 structuur, oftewel de punt) niet door de wolf opgegeten wordt maar zich verstopt in de klok. En wiskundig klopt dit ook want de structuren 2,3,4,5,6,7 kunnen middels een simpele optel operatie in de 8 structuur geplaatst worden. Wil de 1 echter in de 8 terecht komen dan kan dit alleen middels een machtsverheffing. We kunnen stellen dat de schrijver van dit sprookje op de hoogte was van het oerbeeld en ook dat hij of zij zeer gedetaiilleerd op de hoogte was. In het Sprookje van Roodkapje zien we minder detaillering en een accent verschuiving met de nadruk op de eigenschap van de wolf dat hij de bestaande identiteiten opeet waardoor ze in feite in zijn macht komen. Hoe vaak zien we dit gegeven op het menselijk vlak niet voorkomen. Gelukkig is daar de boswachter die de identiteiten weer aan het licht brengt.
Mooi ook is in dit sprookje het contrast tussen het jonge meisje met het rode kapje op dwz we zien hier iemand die jong is en veel energie ter beschikking heeft, maar nog onnozel is want ze laat zich door de wolf van het rechte pad afbrengen..... en dit in contrast met een zieke (weinig energie) oma... oma vertegenwoordigend de wijsheid.... het nieuwe leven en de wijsheid worden beiden door de wolf opgegeten en kunnen dus niet meer vruchtbaar naar elkaar toe hun werk doen. De wolf vertegenwoordigt hier ook het fusie-spook dat in het bedrijfsleven vaak de kop op steekt. We hebben een bloeiend bedrijfje met zeg maar een goed product dat opgeslokt wordt door een groot bedrijf en na 1 jaar is er niets meer van de identiteit van het oorspronkelijke bedrijfje terug te vinden...... waar is de boswachter? of de autoriteit mededinging?
Het moeilijke in de duiding van dit soort gegevens is dat we als het ware naar het beeld moeten kijken en niet zozeer naar wat er zich feitelijk aandient. Zo kunnen we zeggen: ja, Roodkapje is een meisje dus het zal wel iets met meisjes te maken hebben....... ja heel ver weg misschien wel, maar daar gaat het hier niet om.. we zien dat in de figuur van Roodkapje iets ten tonele wordt gevoerd dat jong is vol energie maar ook nog onnozel en dat kan zowel gelden voor een man als voor een vrouw.... wel is het zo dat in feite zo'n gruwelijk iets als het verliezen van je identiteit in deze setting dwz door gebruik te maken van een jong meisje en een oma en een boswachter en een wolf dus dat dit gruwelijke gebeuren waar de mens in zijn of haar leven veelvuldig mee te maken krijgt op een acceptabele wijze over het voetlicht wordt gebracht.... het is bijvoorbeeld geen moralistische preek, die waarschuwt voor het gevaar van identiteitsverlies en de gruwelijke straffen die daar op volgen.......
John Alexander Reina Newlands (November, 1837 - July 29, 1898) was an English analytical chemist who prepared in 1863 the first periodic table of the elements arranged in order of relative atomic masses, and pointed out in 1865 the 'law of octaves' whereby every eighth element has similar properties. This came from a musical background. He was ridiculed at the time, but five years later Russian chemist Dmitri Mendeleev published - independent of Newlands' work - a more developed form of the table, also based on atomic masses, which forms the basis of the one used today (arranged by atomic number).